Search
Koffiekenners

I have a coffee dream

Tekst
Ico van Rheenen
Beeld
Emilie Duijvestijn
Portretfoto
Jitske Schols
Koffiekenners

I have a coffee dream

Emilie Duijvestijn, product manager Nescafé, wilde met eigen ogen zien hoe hun duurzaamheidsprogramma Grown Respectfully nu écht ter plekke werkt. Dus: rugzak om en met twee collega’s naar West-Lampung in Indonesië. 

Tekst
Ico van Rheenen
Beeld
Emilie Duijvestijn
Portretfoto
Jitske Schols

In één minuut: wat houdt Grown Respectfully in?

‘Het Nescafé Plan, het fundament van Grown Respectfully, heeft zich in 2010 gemanifesteerd; daarvóór was er al intensief contact met onze koffie­boeren en deed Nestlé al veel om de boeren te helpen, het had echter nooit een naam gekregen. In Indonesië bijvoorbeeld, is er al in 1994 een begin gemaakt met het project. We richten ons binnen het Nescafé Plan op drie hoofdonderwerpen. Allereerst de ­koffieboeren. Die krijgen trainingen in beter bodemgebruik, watermanagement, verhoging van productiviteit en het reduceren van kosten. Ook leren we boeren beter omgaan met hun financiën (een bankrekening openen, inzicht krijgen in marktprijzen). Daar­naast leveren we ziekteresistente koffie­planten (intussen 160 miljoen stuks, met als ambitie 220 miljoen in 2020, red.) aan koffieboeren met wie we samenwerken. Ook richten we ons op de lokale gemeenschappen. Met initiatieven zoals schoon­water­voorzieningen, sanitaire projecten en educatie over gezonde voeding voor kinderen en vrouwen. Pijler drie van het plan is voetprint­verkleining om zodoende een bijdrage te leveren aan een ­betere planeet. Specifiek: water­gebruik bij koffieteelt terug­dringen, broeikasgassen reduceren en een zero-wastebeleid in alle Nestlé oploskoffiefabrieken in 2020.’

Of nog concreter?

‘De harde doelen zijn: in 2030 50 miljoen mensen een gezonder leven te laten leiden, 30 miljoen broodwinningen te hebben verbeterd en om volledig milieuneutraal te werken. Dat alles conform de doelstellingen van de Verenigde Naties.’

Harde doelen voor 2030: 50 miljoen mensen gezonder laten leven, 30 miljoen broodwinningen verbeteren, volledig milieuneutraal werken

Wat zijn de grootste obstakels?

‘Omdat we de grootste koffieproducent ter wereld zijn (ongeveer 10 procent van de totale wereldproductie) is het enorme aantal boeren en het laten documenteren en verifiëren van onze inkoop een uitdaging. Er zijn wereldwijd 25 miljoen koffieboeren. Het is nu nog niet mogelijk om 100 procent inzichtelijk te krijgen of de allerkleinste koffieboeren zich aan de richtlijnen houden die wij en de keurmerken onderschrijven als verantwoord ondernemen.
Wij kunnen onze koffie traceren tot op plantageniveau, maar nog niet het handelen van elke boer controleren.’

Huh?

‘Wat ik in Indonesië heb gezien is: er zijn grote en kleine koffieboeren. Die kleine boeren zijn ook écht kleine boeren, met zeer kleine koffieplantages, die vaak ook andere producten verbouwen en verkopen. Zij leveren maar weinig koffie aan handelaren, aan traders. Met traders gaan we langetermijnafspraken aan. Zij en wij werken volgens Nestlés strikte en ambitieuze gedragsregels.’

Staat koffiekwaliteit altijd op één of weegt duurzaamheid soms zwaarder?

‘Het verzekeren van de toekomst van koffie is onze missie. We geloven dat we door hulp boeren betere kwaliteit koffie kunnen laten verbouwen. Daarmee creëren zij een betere toekomst voor zichzelf, maar wij profiteren er indirect ook van. We noemen dit “creating shared value”. Dit is ingebed in alles wat we doen.’

Terug naar Indonesië. Ben je bij trainingen geweest?

‘Die vinden elke maand plaats op de koffieplantage waar ik was. Ik was onderdeel van een groep van dertig boeren. De trainingen worden gegeven door Nescafé-landbouwdeskun­digen, in samenwerking met Rainforest Alliance, die onderzoek doen op demo-farms en de daar opgedane kennis verspreiden. Na een theoretisch deel gingen we de plantage op om samen te bepalen hoe koffieplanten gesnoeid moeten worden, om ze gezond te houden en productiever te maken. Ook kregen we les hoe verdelgingsmiddelen gebruikt moeten worden om oprukkende koffieschimmels het hoofd te bieden. Een derde deel van de training was leren een tweede gewas te planten. Intussen gaat het om zo’n honderdduizend trainingen per jaar, wereldwijd. Een vrouw vertelde me dat haar productiviteit door de trainingen én betere gewassen is verdubbeld.’

Waarom een tweede gewas?

Enerzijds om voor de boeren meerdere inkomensstromen te creëren, anderzijds om hun koffieproductiviteit te verbeteren. Op de plantage waar ik was, werden bananenbomen geplant omdat deze schaduw bieden aan de koffieplanten, waardoor er minder water nodig is om ze in goede conditie te houden. Ook peper gaat goed samen met koffie. Door peperaanplant vindt er minder ziekteoverdracht plaats. Bovendien is peper een relatief duur product, waarmee de boeren extra kunnen verdienen en meerdere inkomstenmomenten hebben.’

Werkt het plan in alle landen hetzelfde?

‘Per regio wordt gekeken welke hulpbehoefte er is aan de hand van de drie pijlers van Grown Respectfully. In de ene regio is er behoefte aan moestuin-initiatieven voor vrouwen en kinderen, omdat ze te weinig voedingsstoffen binnenkrijgen, zoals in Indonesië het geval bleek. In Kenia heeft Nestlé geholpen om microgemeenschapsbanken te creëren, een soort dorpsgeldkistjes. Voor de maanden waarin er niet wordt geoogst is op deze manier geld opzij gezet. In Indonesië worden vrouwen gestimuleerd om aan het werk te gaan en zelfstandiger te worden.’ 

Wat raakte jou in Indonesië het meest?

‘Zóveel raakte me. Wat voor ons super basaal is, bijvoorbeeld sanitaire -voorzieningen, is daar vaak nog afwezig en daarmee is de levenssituatie gezondheidsbedreigend. Zo is een klein Nestlé-initiatief om zestig wc’s te bouwen opgepikt door de lokale overheid en zijn er intussen een -heleboel wc’s aangeboden aan de allerarmsten. Maar ook zag ik jonge landbouwdeskundigen, van mijn -leeftijd, uit koffiefamilies. Die, in tegenstelling tot veel van hun leeftijdgenoten, niet naar de stad trokken, maar landbouwkunde hadden gestudeerd om in hun eigen regio de toekomst van koffie veilig te stellen en hun ouders te adviseren in het beter verbouwen van koffie. Mooi om te zien. Daar schuilt zoveel eer in.’